biografie
teksten
interview en kritiek
brieven aan Bert Schierbeek uit de oor-
logsjaren.
brieven aan Lucebert uit de jaren vijftig vanuit Parijs.
foto's en diversen
' Meer dan muze van twee vijftigers '
door Graa Boomsma.
contact
Mijn moeder ging natuurlijk niet een stuk klei verpesten voor de fotograaf maar draaide de vaas gewoon af. Je kan niet, alleen voor de fotograaf, plotseling ophouden of ongeconcentreerd zijn dan droogt de klei uit of klapt het werkstuk in elkaar. Het stuk geeft wel een mooie indruk van haar formuleren en werkwijze.
M.S.
|
|
Het Vrije Volk 21juli 1956 Rubriek; Verstand Gevoel en Verantwoordelijkheid No 1
FRIED KOCH - Liefde voor klei
Fried Koch - klein, tenger, half lang, krullend haar, sterke handen, geeft zelden een direct, wel omschreven antwoord op de vragen, die je haar stelt. Zij praat vaag, aarzelend, alsof zij het allemaal niet zo goed weet,
Waar haalt zij haar inspiratie vandaan voor haar potten en vazen? Hoe komt zij aan die wonderlijke kleurstellingen? Zij weet het niet. 'Vanzelf' meent zij, maar zelfs dat klinkt niet als een vaste overtuiging. Meestal heeft zij van te voren een vaag idee, wat het worden moet; waar het vandaan komt, heeft zij zich nooit afgevraagd, de kleuren groeien terwijl zij werkt
Waarom is zij pottenbakker geworden? Eigenlijk weet zij dat ook niet. Omdat zij edelsmeden niet wilde; sieraden maken trok haar niet aan. Pottenbakken wel. En ineens wordt zij positief en bewust: 'klei is zo'n prachtig materiaal. Al het andere is hard. Klei niet.
Zelf vond je klei eigenlijk altijd klef en week. Je zou er voor terug schrikken je handen in een bak met drabbig water te steken en dan weer in de klei te grijpen. Fried Koch doet het met een zelfverzekerdheid van iemand die een vak door en door beheerst.
Zij zit op de rand van de grote ruw houten stellage rond de draaischijf. En voor je ogen verandert zij van een twijfelachtig wezentje in een zeer geïnspireerde persoonlijkheid. Haar voet trapt de plank op en neer, die de schijf doet draaien. Haar handen liggen bijna devoot rond om de klomp klei. Heel licht, nauwelijks zichtbaar bewegen ze strelend om de klei, even maken de vingers een zacht gebaar.
Zij ziet geen mens meer op de werkzolder in het ouderwetse Amsterdamse huis. Zelfs de fotograaf niet, die haar voortdurend observeert, om haar heen loopt, instelt afdrukt. Het komt niet in haar op even rustig te poseren. Zij is vergeten,dat zij daar zit ten behoeve van een foto. Zij ziet alleen klei en ergens vaag de vaas, die het worden moet. Die vaas groeit onder haar handen. We moeten zeggen, dat het nu wel genoeg is voor een foto om haar van de draaischijf weg te krijgen.
Fried Koch heeft het vak geleerd op de kunstnijverheidsschool in Amsterdam. Zij leerde het van de grond af - draaien, kneden, glazuren, bakken. De Vries, Nienhuis, Wildenhain waren haar leermeesters.
Nu staat er al jaren een draaischijf op haar zolder en twee grote electrische pottenbakkersovens. Eén om de kleivorm tot biscuit te bakken, één om het daarna geglazuurde produkt tot aardewerk te maken. Die baktijden luisteren nauw. Maar vage, verstrooide Fried Koch vergeet nooit op tijd een oven uit te draaien.
Klei is een wonderlijk goedje. Gele klei wordt oranje-rood biscuit. Met een bepaald soort glazuur wordt het grijs-wit aardewerk. Maar er is andere klei, die ander gekleurd biscuit levert en er is ander glazuur, die anders gekleurd aardewerk maakt.
Met verschillende klei-en glazuursoorten door elkaar werken, hoort tot het liefste werk van Fried Koch.
En dan weet zij precies, wat zij doet en welke kleurcombinaties zij krijgt.Voor wie het eindprodukt ziet, zijn de kleuren verassend, voor haar niet - zij wist het.
Vaak ook schildert zij op de biscuit-potten en vazen. Meestal non-figuratief, soms een voorstelling. Het hangt dan van de klei en de glazuur af, hoe de kleuren uit de oven komen. Maar ook dat is voor haar geen geheim. Zij maakt haar glazuren zelf, volgens de strenge wetten van de chemie, die zij kent als een vakman. Gemakkelijk is het leven niet voor Fried Koch, een gescheiden vrouw met twee kinderen. Zij kan zich niet permitteren alleen te werken om het plezier van het werk. Zij moet er mee verdienen.
Als zo vaak in de kunstnijvere ambachten, vloeien er geen stromen geld uit. Vandaar dat de meesten, die zich nu laten opleiden in de pottenbakkerij het oog gericht hebben op de industrie.
Maar Fried Koch wil zelfstandig blijven. Zij begint nu naam te krijgen. Zij heeft tentoonstellingen gehad in Arnhem, Otterlo, Rotterdam waar zij behoorlijk heeft verkocht. Er zijn winkels die werk van haar kopen of in commissie nemen. Vaasjes, schalen gaan nog wel eens makkelijk van de hand, maar de grote potten en vazen, de grote grillige dingen, die zij maakt om het vorm-experiment en die nergens 'toe dienen', zijn moeilijk verkoopbaar.
En juist die grote dingen, die niet op de schijf worden gevormd, maar beetje bij beetje met de hand gekneed worden hebben het meest haar hart. Want dit kleine vrouwtje, dat van klei houdt, omdat het zacht is, maakt het liefst enorme, grillige stukken.
Gerda Brautigam.
|
|
|